De Europese Commissie heeft Uitvoeringsbesluiten gepubliceerd waarmee het gebruik van in situ gegenereerd stikstof voor de bescherming van cultureel erfgoed wordt toegestaan. De toestemming wordt gegeven aan Oostenrijk, Frankrijk, Portugal en Spanje, omdat deze lidstaten een aanvraag hebben ingediend.

In situ gegenereerd stikstof is geen goedgekeurde werkzame stof. Volgens artikel 55(3) van de biocidenverordening (BPR) kan de Europese Commissie besluiten om een biocide toe te laten met een werkzame stof die niet is goedgekeurd. Een lidstaat van de Europese Unie moet daarvoor een aanvraag indienen. Er moet immers worden afgeweken van de vereisten van de BPR. In KNB-nieuwsberichten van 17 december 2019 en 17 juni 2020 is aandacht geschonken aan de aanvraag die Oostenrijk oorspronkelijk heeft ingediend. Ook Frankrijk, Portugal en Spanje hebben een aanvraag ingediend die is goedgekeurd door de Commissie.

Twee internationale organisaties hebben aangegeven dat zij een aanvraag zullen indienen om in situ gegenereerd stikstof op bijlage I van de BPR op te laten nemen. De stoffen die op die bijlage staan worden wel 'laag risico' biociden genoemd. Een plaatsing op bijlage I zou het voor lidstaten eenvoudiger maken om producten op basis van in situ stikstof toe te laten.