rat op een vuilnisbak

Biociden moeten de toelatingsprocedure doorlopen om te mogen worden verkocht en gebruikt. Binnen de Biocidenverordening (BPR) kan van deze procedure worden afgeweken als er snel een beslissing nodig is, of als er geen helemaal veilig middel beschikbaar is. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft een systematiek bedacht om in deze situaties toch goed onderbouwde afwegingen te maken. 

Uitzonderingen 

Als een nieuw organisme de gezondheid van mensen bedreigt, is er geen tijd de toelatingsprocedure af te wachten. Denk aan de grote vraag naar desinfecterende middelen bij de uitbraak van het coronavirus. Vrijstellingen zijn toen verleend op grond van artikel 55(1) van de BPR. Het kan ook zijn dat geen enkele biocide voor een bepaald gebruik aan de strenge toelatingseisen voldoet. Een voorbeeld hiervan zijn de anticoagulantia voor de bestrijding van ratten. Deze zijn vanwege risico’s voor de volksgezondheid toegelaten onder artikel 19(5) van de BPR. Op basis van onaanvaardbare risico’s voor het milieu voldoen deze middelen echter niet aan de toelatingseisen. In dit soort gevallen mogen deze biociden toch worden gebruikt, mits de afweging daarvoor goed is onderbouwd. 

Systematiek 

De ontwikkelde systematiek zorgt ervoor dat er goede afwegingen worden gemaakt tussen het publieke belang (volksgezondheid, milieu), het risico van het middel, en beschikbare alternatieven. Er moet bijvoorbeeld goed worden gekeken of de dreiging voor de gezondheid of leefomgeving inderdaad zo groot is dat de overheid een uitzondering op de toelatingsprocedure moet overwegen. Ook moet zeker zijn dat het schadelijke organisme niet op een andere manier kan worden aangepakt. Verder moeten de voordelen opwegen tegen de risico’s van het middel. 

Samenwerking  

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en EthiekWerkt hebben deze systematiek ontwikkeld, in afstemming met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. 

Rapportage 

De systematiek is vastgelegd in het RIVM-rapport Bij wijze van uitzondering. Er is ook een Engelse versie beschikbaar: On an exceptional basis